2014 Opinimakers

Uitleg: Iemand die door zijn invloed of gezag zijn stempel drukt op de vorming van de publieke opinie Meestal gaat het om politici, journalisten of andere mensen uit de mediawereld of wetenschapslui.

Bregman Rutger: historicus en columnist voor de Volkskrant (januari 2014)

De nieuwe Participatiewet, waarmee straks tienduizenden werklozen gedwongen worden een zinloze ‘tegenprestatie’ te verrichten, doet denken aan het opsluiten van landlopers in 1600 in ‘werkhuizen’, schrijft Rutger Bregman. ‘Zo keert de geschiedenis terug.’ In de afgelopen decennia is het Nederlandse handelsoverschot geëxplodeerd. Kabinet en werkgevers zien maar één weg uit de crisis: export, export en nog eens export.

‘Armen zijn als de schaduwen in een schilderij. Ze zorgen voor het benodigde contrast.’ Nee, dat is niet Bernard Wientjes aan het woord, maar de Franse dokter Philippe Hecquet. In 1740. Tot diep in de 18de eeuw werd armoede als een goede zaak beschouwd. Neem de Engelsman Arthur Young, die in 1771 opmerkte dat ‘iedereen afgezien van een idioot weet dat de lagere klassen arm moeten worden gehouden’. Het zijn ideeën die een enorme opleving doormaken in onze tijd.

Historici spreken ook wel van het ‘mercantilisme’: de leer dat de een z’n brood de ander z’n dood is. Landen zouden alleen welvarend kunnen worden ten koste van andere landen – als ze maar genoeg blijven exporteren. Tijdens de Napoleontische oorlogen leidde dit tot vrij hilarische situaties waarin Engeland wel voedsel naar Frankrijk verscheepte maar de export van goud verbood. De Engelse staatslieden dachten dat de vijand sneller ten onder zou gaan aan een goudgebrek dan aan een hongersnood.

Verlaag de lonen De belangrijkste aanbeveling van de mercantilist? Verlaag de lonen, zo veel je kunt. Goedkope arbeid bevordert immers de concurrentiekracht, en dus de export. Of zoals de econoom Bernard de Mandeville schreef: ‘Het is evident dat in een vrij land waar slaven niet zijn toegestaan de zekerste rijkdom ligt in een veelheid aan vlijtige armen.’ Mandeville werd de lieveling van grote en minder grote denkers als Friedrich von Hayek en Frits Bolkestein. Wij hebben zijn aanbevelingen trouw opgevolgd: in de afgelopen decennia is het Nederlandse handelsoverschot geëxplodeerd. Kabinet en werkgevers zien maar één weg uit de crisis: export, export en nog eens export. In de polder begint dat steevast met bezuinigen en loonmatigen – ‘snoeien om te groeien’ – welke voor een belangrijk deel de dramatische prestaties sinds 2008 verklaren.

Armoede werd als een moreel gebrek beschouwd – het gevolg van luiheid – dat met overheidssteun alleen maar erger zou worden. Als de staat al een taak had, lag die in het dresseren van de paupers.

Nog hardnekkiger is de mercantilistische kijk op armoede. Volgens de vroegmoderne economen kon alleen verpaupering het gros van de bevolking in beweging houden. Armoede werd als een moreel gebrek beschouwd – het gevolg van luiheid – dat met overheidssteun alleen maar erger zou worden. Als de staat al een taak had, lag die in het dresseren van de paupers.

Dwangarbeid
Ironisch genoeg liep Amsterdam ook toen voorop. Rond 1600 begon de stad met het opsluiten van landlopers in ‘werkhuizen’, waar ze dwangarbeid moesten verrichten. Het doet denken aan de nieuwe Participatiewet, waarmee straks tienduizenden werklozen gedwongen worden een zinloze ‘tegenprestatie’ te verrichten. De Amsterdamse Dienst Werk en Inkomen experimenteert al met vormen van dwangarbeid, zoals het verwijderen van nietjes.

Zo keert de geschiedenis terug. Terwijl wetenschappers uitgebreid hebben aangetoond dat armoede en werkloosheid structurele oorzaken hebben, die slechts worden verergerd door boete en straf, is de neiging armoede als een kwestie van ‘eigen schuld’ te beschouwen terug van weggeweest. Armoede is een ‘fundamenteel karaktergebrek’, zeggen steeds meer mensen Margaret Thatcher na.

In werkelijkheid is het zoeken naar een baan zwaar en tijdrovend werk, zeker als je van een schamele uitkering moet leven. De legitimatie van het huidige bezuinigingsbeleid druipt dan ook van cynisme: de overheidstekorten zouden te groot zijn geworden door te hoge uitgaven aan de sociale zekerheid. Niets is minder waar. Juist de op hol geslagen financiële industrie en de structurele disbalans in Europa (handelstekorten in het zuiden, handelsoverschotten in het noorden) vormen de oorzaken van ellende. Het is mercantilisme in optima forma.

Zondebok
Net als driehonderd jaar geleden fungeren de armen weer als zondebok. Opnieuw wordt armoede gecriminaliseerd, terwijl iedereen beter af zou zijn als we het gezamenlijk bestrijden. De rijkdom van de een bevordert immers de rijkdom van de ander, of het nu om landen of om mensen gaat. Maar waar het leger van werklozen, armen en daklozen groeit, stijgen de kosten van de betuttel- en repressiemachine. Voor iedereen. ‘Armoede is een grote vijand van het menselijk geluk; zij vernietigt de vrijheid en maakt het uitoefenen van sommige deugden onmogelijk.’ Aan het woord is de Britse letterkundige Samuel Johnson. In 1782. In tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten begreep hij dat armoede geen fundamenteel karaktergebrek is. Het is een fundamenteel geldgebrek.