door Willem Vermeend en Rick van der Ploeg
in de Telegraaf van 8 augustus 2015
Volgens economen Willem Vermeend en Rick van der Ploeg moet het kabinet snel een einde maken aan de zomerzotheid van linkse wethouders om te gaan experimenteren met een basisinkomen voor mensen in de bijstand. Dit gratis geld mogen ze ook houden als ze gaan bijverdienen. De economen leggen aan de hand van een rekensom uit dat een basisinkomen een onbetaalbaar luchtkasteel is dat bovendien onaanvaardbare negatieve effecten heeft, zoals het verloren gaan van vele honderdduizenden banen.
Dromen uit een ver verleden
Lang geleden, in de jaren zeventig, droomden linkse partijen van een basisinkomen. Iedereen in Nederland, jong, oud, rijk en arm moest gratis geld van de staat krijgen. Deze uitkering (waarvoor je geen tegenprestatie hoeft te leveren, je mag doen waar je zin in hebt), zou rond de zogenoemde
armoedegrens moeten liggen; nu rond de €1000 per maand. Volgens de voorstanders van dit idee zou een deel van de ingewikkelde sociale zekerheidsregelingen, zoals de bijstand, kunnen vervallen. Veel mensen zouden door het basisinkomen een gelukkiger en waardiger leven kunnen leiden. Vooral mensen in de bijstand; ze zouden worden verlost van hun sollicitatieverplichtingen en vervelende controles.Tot verdriet van de aanhangers van deze droomuitkering werd hun idee door een ruime politieke meerderheid weggehoond. Daarbij werd niet alleen gewezen op de onbetaalbaarheid, maar ook op de onwenselijkheid van deze uitkering. Het zou een premie zijn op luiheid, een hangmatregeling die zou leiden tot minder mensen aan het werk en hogere belastingen voor ondernemers en werkenden. Het basisinkomen verdween in de prullenbak en is tot op heden nergens in de wereld ingevoerd. In het verleden heeft ook de rechtse econoom Milton Friedman een voorstel voor een soort basisinkomen gelanceerd via een zogenoemde negatieve inkomstenbelasting waarbij alle uitkeringen zouden moeten vervallen. Ook dit idee is een stille dood gestorven.
Terug van weggeweest
Maar het kan verkeren. De aanhangers in ons land geven het niet op. Nu, ruim veertig jaar later, zijn ze met een zomeroffensief gekomen. De afgelopen weken gaven de media, in de komkommertijd van de vakanties, veel aandacht aan enthousiaste linkse wethouders in gemeenten als Wageningen, Nijmegen, Tilburg, Utrecht, Groningen en Maastricht, die met een lokale variant op het basisinkomen willen experimenteren. Hoewel nog niet duidelijk is wat deze experimenten inhouden, komt het feitelijk neer op een buitenwettelijke ingrijpende aanpassing van de huidige bijstandswet. Zo circuleren er voorstellen om bijstandsgerechtigden (op basis van vrijwilligheid) drie jaar lang een maandelijkse uitkering te geven van rond de € 1100. Dit bedrag krijgen ze zonder nadere voorwaarden en beperkingen, zoals een sollicitatieplicht. Daarnaast komen ze niet meer in aanmerking voor gemeentelijke financiële ondersteuning, maar mogen ze wel bijverdienen. De
voorstanders menen dat mensen daardoor vanzelf meer gaan werken doordat ze niet gekort worden op hun uitkering. Of dit waar is moet nog blijken, maar als dat inderdaad het geval is, dan is er sprake van pure concurrentievervalsing op de arbeidsmarkt. Mensen met een gratis basisinkomen kunnen genoegen nemen met een lager salaris en zo de banen innemen van werknemers, terwijl de
financiering van dit gratis geld nota bene door werkenden moet worden opgebracht. Door het ontbreken van elke vorm van controle rond het basisinkomen neemt ook het risico op zwartwerken toe.
Haaks op het huidige beleid
De voorgenomen experimenten staan haaks op de activerende sociale zekerheid
van het kabinet Rutte-II. Alleen al om die reden moet het kabinet snel een eind
maken aan deze zomerzotheid. Bovendien kunnen gemeenten hun geld beter
besteden dan aan deze nutteloze experimenten. Het valt op dat de aanhangers van het basisinkomen zich hun luchtkasteel niet laten afnemen. Via de gemeentelijke weg moet er uiteindelijk een landelijk basisinkomen worden gerealiseerd. Alle steekhoudende bezwaren tegen hun
droomgeld doen ze af als onzin van rechts. Ze wijzen er ook op dat de tegenstanders een verkeerd mensbeeld hebben en dat economen die de onbetaalbaarheid hebben berekend tot de klassieke
(rechtse) economische school behoren. Maar ze vergeten dat niet alleen rechts en het politieke midden tegen een basisinkomen zijn, maar ook de SP. De socialisten vrezen terecht dat gratis geld tot een forse aantasting van het huidige sociale zekerheidsstelsel zal leiden.
Rekensommen
Het valt overigens te verwachten dat in de nieuwe verkiezingsprogramma’s van sommige partijen voor de Kamerverkiezingen van 2017 het basisinkomen een plaats zal krijgen, naar verwachting in ieder geval bij GroenLinks. Om de aanhangers van gratis geld wat rekenwerk te besparen hebben we alvast een eenvoudige becijfering gemaakt en eerdere onderzoeken uit de kast gehaald.
Zo heeft het Centraal Planbureau (CPB) voor Nederland al berekend dat een basisinkomen gelijk aan de helft van het sociaal minimum (circa € 750 per maand) tot een verlies van 350.000 banen zal leiden. Een simpel rekensommetje leert ook dat een basisinkomen van circa € 1000 per maand voor iedere Nederlander bijna 200 miljard per jaar gaat kosten. Omdat volgens de voorstanders bij de invoering de meeste uitkeringen, toeslagen en heffingskortingen kunnen vervallen, vallen de kosten een stuk lager uit. Ruw geraamd gaat het dan om een extra kostenpost voor ons land van circa € 75
miljard. Om deze uitgavenpost van de aanhangers van gratis geld te financieren, zal een
forse belastingverhoging nodig zijn. Econoom Raymond Gradus heeft in zijn juni-
artikel voor Mejudice berekend dat deze verhoging voor de gemiddelde Nederlander neerkomt op een ongekend hoge lastenverzwaring van tenminste 25%.
De voorstanders van een basisinkomen zijn het met deze ‘rechtse’ berekeningen niet eens. Ze zijn van mening dat de kosten door de positieve effecten van hun droomregeling veel lager zullen liggen. Ze zien tal van baten die bij deze becijferingen niet zijn meegenomen. Zo menen ze op basis van niet onderbouwde en omstreden aannames dat er veel meer mensen aan het werk zullen gaan en dat er vele miljarden worden bespaard op bureaucratie, zorg en politie.
Volgens de aanhangers telt ook mee dat veel mensen in Nederland door een basisinkomen gelukkiger zullen worden. Die bewering laten we graag voor rekening van de voorstanders. Maar ze zullen het wel met ons eens zijn dat de werkenden die de rekening van het gratis geld moeten betalen in de vorm van een forse belastingverhoging niet tot de gelukkigen behoren.
Bron: Telegraaf van 8 augustus 2015 en https://www.cda.nl/fileadmin/Organisaties/Basisgroep_Sociale_Zekerheid/Open_Forum_Nieuwsbrief_nr.21_september_2015.pdf