2016 Echte welvaart stokt al jaren

Anders dan de economische groeicijfers doen vermoeden, gaat de gemiddelde Nederlander er niet op vooruit. Sterker nog: de welvaart ligt fors onder het niveau van de crisisjaren. Dat concluderen Rabobank en de Universiteit Utrecht op basis van een nieuw, zelf ontwikkeld instrument, dat een alternatief moet vormen voor het Bruto Binnenlands Product.

Ze presenteren vandaag de Brede Welvaartsindicator (BWI), een welvaartsmaatstaf waarin naast economische groei ook zaken als gezondheid, veiligheid en baanzekerheid worden meegenomen. De nieuwe index, die van 2003 tot en met 2015 is becijferd en kan worden afgezet tegen andere indexen, toont volgens de initiatiefnemers veel beter dan het Bruto Binnenlands Product aan waarom mensen tegenwoordig zo ontevreden zijn, waarom populistische partijen zo populair zijn ook.

“Het algemene gevoel dat het zoveel beter gaat met Nederland, is er niet”

Jan Luiten van Zanden

Het BBP per hoofd van de bevolking, dat sinds jaar en dag gebruikt wordt om de welvaart te meten, zou een ‘eenzijdig’ beeld laten zien. ,,Voor ons welbevinden is ons inkomen maar een van de vele factoren die van invloed is”, zegt Jan Luiten van Zanden, hoogleraar economische geschiedenis aan de Universiteit Utrecht.

Waar het Bruto Binnenlands Product zich sinds 2009 ondanks enige haperingen serieus herstelt, blijft de nieuw ontwikkelde Brede Welvaartsindicator na de crisis achter (zie grafiek). Zaken die zich positief ontwikkelen zijn veiligheid, gezondheid en milieu, maar de negatieve ontwikkelingen wegen zwaarder door. Vooral het perspectief op een (vaste) baan en de woonsituatie zijn daar debet aan. Huren werd voor veel mensen duurder, op de koopmarkt hadden veel burgers te maken met een dalende waarde van hun huis.

Niet meer loon
Ook constateren de onderzoekers dat de groei van het nationale inkomen niet vertaald is in meer loon voor werknemers. Vooralsnog profiteren vooral bedrijven en de overheid ervan. ,,Ik denk dat de BWI veel beter aansluit bij het gevoel van burgers”, zegt Hans Stegeman, hoofdeconoom bij Rabobank. ,,Het algemene gevoel dat het zoveel beter gaat met Nederland, is er niet”, vult Van Zanden aan. Stegeman zegt dat het team achter het nieuwe instrument de afgelopen anderhalf jaar geprobeerd heeft om bestaande instanties (het Centraal Bureau voor de Statistiek, Centraal Planbureau, Sociaal Cultureel Planbureau, enz.) te betrekken bij de nieuwe index. Dat zou zijn stukgelopen omdat die partijen vooral hun eigen meetinstrumenten en -methodes willen beschermen, en daarmee hun bestaansrecht.

“Het is algemeen bekend dat mensen zonder vast contract onzekerder zijn, dat weegt dus negatief door in de index”

Meer dan een cijfer
Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, herkent zich niet in dat beeld. Volgens hem leeft ook binnen het CBS het besef dat welvaart meer is dan een BBP-cijfer. ,,We werken aan een dashboard waarin we veel meer indicatoren in beeld brengen die iets zeggen over welvaart. Maar we komen niet met één cijfer.”

Kritiek op een samengestelde index als de BWI is er namelijk net zo goed. Het zou een kwestie zijn van appels en peren bij elkaar optellen: hoeveel waarde moet je toekennen aan veiligheid, hoeveel aan inkomen, hoeveel aan iets ontastbaars als maatschappelijke betrokkenheid? Stegeman erkent dat dit soort dilemma’s spelen. ,,Maar als je naar de historie van het BBP kijkt, zie je dat dat ook best wel een vaag compromis is. En waarom kunnen we wel hamburgers en dijken bij elkaar optellen, en niet veiligheid en inkomen?”

Flexwerk
Aan iedere weging ging een uitgebreide discussie vooraf, vertelt de Rabo-hoofdeconoom. ,,We hebben alle besluiten zoveel als mogelijk wetenschappelijk onderbouwd.” Maar neem nou iets als flexwerk, dat in de berekeningen een negatieve weging meekrijgt: is dat niet een politiek oordeel? ,,Het is algemeen bekend dat mensen zonder vast contract onzekerder zijn, dat weegt dus negatief door in de index. Maar aan de andere kant telt het geld dat deze mensen verdienen wel weer mee bij het besteedbaar inkomen, wat positief doorwerkt. Al met al is het dus een genuanceerd verhaal.”

Bij gebrek aan officiële overheidsinstantie die de BWI omarmt, treden de onderzoekers maar zelf met de index naar buiten, in de hoop dat politici en andere opiniemakers hun voordeel doen met de informatie. André Knottnerus, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, ziet in de eerste uitkomsten van de nieuwe meetmethode ‘een duidelijke boodschap voor een volgend kabinet’. ,,Staar niet blind op economische groei, maar kom met een heldere visie om bredere welvaart te verhogen.”

En de Rabobank tenslotte, waarom verbindt die zijn naam eigenlijk aan een dergelijk concept? ,,We zijn een bank die lokaal geworteld is”, vertelt Stegeman. ,,We werken ook aan een regionale variant van deze maatstaf: de regionale welvaart in Groningen is anders dan die in Amsterdam. Met de specifieke informatie uit de BWI kunnen we onze activiteiten veel beter focussen op wat een regio nodig heeft.”

http://www.ad.nl/economie/echte-welvaart-stokt-al-jaren~a2cfe7ac/