2016 Zwerfjongeren

Wie voelt zich verantwoordelijk voor dak- en thuisloze jongeren?

Door: Derk Loorbach, Kees van Anken en Frank van Steenbergen

In Nederland staan bijna 9.000 dak- en thuisloze jongeren geregistreerd. Daarnaast zijn er naar schatting nog 15.000 zwervend en een onbekend aantal op straat. In totaal schat het CBS het aantal jongeren dat buiten beeld is (geen school, werk of uitkering) op 140.000. Ondanks alle inspanningen is deze groep de afgelopen twintig jaar weliswaar beter in beeld gekomen, maar lijkt er nauwelijks verbetering op te treden. De hoop is nu dat de huidige decentralisaties, het verschuiven van de verantwoordelijkheid voor zorg, welzijn, onderwijs en participatie naar de gemeenten, de kans bieden dit hardnekkige probleem echt in de kern aan te pakken. De werkelijkheid blijkt echter weerbarstig. 70% van de gemeenten heeft geen zicht op deze groep en haar problemen. En 25% van de gemeenten vindt het niet eens haar taak iets voor deze groep te doen. Hoe kunnen we dit verklaren en doorbreken?

    1. Uitsluiting van jongeren

Het probleem van sociale uitsluiting is van alle tijden, net zoals de bereidheid van maatschappelijke partijen die hier vanuit solidariteit en medemenselijkheid iets aan willen doen. De opvang van dak- en thuislozen is hiervan een heel concrete uiting. Een speciale groep dak- en thuislozen zijn ‘zwerfjongeren’ (tot 23 jaar). Het topje van de ijsberg van jongeren die in problematische omstandigheden opgroeien. Vaak door familieomstandigheden in combinatie met persoonlijke problemen belanden zij op straat. Ze lopen in een cruciale levensfase achterstanden op die hun hele leven doorwerken. Er zou de samenleving dan ook alles aan gelegen moeten zijn om deze jongeren zo goed mogelijk op te vangen, ze nieuw perspectief te laten vinden en volwaardig burger te laten worden.

Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Uit de vele praktijkvoorbeelden blijkt dat problemen van dakloze jongeren in het ene domein zich vaak vertalen in problemen in het andere domein.

Een problematische thuissituatie leidt vaker tot negatieve schoolresultaten en schooluitval. Ruim de helft van de jongeren die in de opvang terecht komen kampen met schulden die niet zelden oplopen tot tienduizend euro en meer. Als jongeren eenmaal schulden hebben dan wordt het helemaal lastig. Uitstroom uit een opvangvoorziening is bijna niet te doen vanwege de kosten van betaling van borg, kamerhuur en inrichting. Om in aanmerking te komen voor schuldhulp is een stabiel inkomen, een stabiele woonplek en voldoende aflossingscapaciteit nodig. Maar als jongeren al een baan vinden is dat meestal onvoldoende om van te leven, laat staan om schulden van af te lossen. Studeren en schuldhulpverlening gaan ook niet samen omdat schuldeisers willen dat je je schuld aflost en dus om die reden niet in aanmerking komt voor studiefinanciering Ook al zal een diploma uiteindelijk de kansen op een baan en dus de aflossingscapaciteit verhogen.

http://zwerfjongeren.nl/van-de-straat/wie-voelt-zich-verantwoordelijk-voor-dak-en-thuisloze-jongeren/