Voor onze leden en collega volontairs in Afrika waren de mensen die we hier asielzoekers noemen tot voor kort hun buren. Onze collega’s en leden kenden deze slachtoffers van geweld, bittere armoede en natuurrampen. Zij wisten dat hun buren geen andere uitweg zagen, dan op zoek te gaan naar een veilige plaats. Deze buren gingen een ongewisse toekomst tegemoet, maar dachten aan hun kinderen, hun broertjes of zusjes die niet naar school konden.
Ook wij in Nederland hebben buren die zeggen: “Wij moeten er voor zorgen dat onze kinderen kunnen opgroeien zonder angst, zonder schaamte, zonder uitsluiting, armoede en onrecht.” De dromen van onze buren komen overeen met de dromen van de asielzoekers, maar het lijkt of zij met elkaar in concurrentie zijn gekomen.
Wie moet als eerste die goedkope huurwoning krijgen? De een wacht al zolang en de ander heeft huis en haard verlaten. Wie van hen heeft er recht op voldoende inkomen, als je hoort dat het geld maar een keer kan worden uitgegeven, en dat schulden moeten worden terugbetaald zelfs ten koste van de beslagvrije voet? Wie heeft het recht op die goede school als blijkt dat kinderen uit de armste gezinnen minder kans hebben op goed vervolgonderwijs als kinderen uit andere groepen? Wie vecht er met je mee als je hier in Nederland in armoede leeft, als je spookburger bent zonder uitkering, als je uit huis wordt gezet, als je naar de voedselbank moet. Wat moet je als Nederlander als er geen land ter wereld is waar je naar toe kunt om aan je ellende te ontsnappen?
De oprichter van de Vierde Wereld beweging, Joseph Wresinski, zei in 1980: “Wij, asielzoekers en mensen die armoede kennen, zijn samen onderweg en dat vieren wij. Door het ongeluk in ons leven, worden wij jaloers op elkaar gemaakt en wantrouwen wij elkaar. (…) Maar wij zullen onze vriendschap niet door anderen kapot laten maken.”
Op ons ontmoetingscentrum ‘t Zwervel bieden wij uit vriendschap voor twee jaar huisvesting aan twee asielzoekers; onze nieuwe buren. Twee vrouwen die door het onrecht van hun gezinnen zijn gescheiden. Zij maken deel uit van de andere bezoekers die ook armoede in hun leven kennen. Wij kunnen het ons niet veroorloven elkaar als concurrenten te zien, omdat wij samen op weg zijn uit de armoede. Wij voeren actie voor de gelijkwaardigheid van ieder mens, en gebruiken de kennis van de mensen die hier vaak generaties lang in armoede verkeren.
Niek Tweehuijsen